|
 |
|
Baadster
1925.
Kniestuk hoogte 60 cm.
Had het vrije werk van Jacobs van den Hof tot het einde van de twintiger jaren
meestal een gestileerde vorm en was het min of meer symbolisch van karakter,
later worden de beelden aardser van karakter en minder gestileerd. Een goed
voorbeeld hiervan is het stenen beeld van de baadster. Het haar is gestileerd
weergegeven: de dikte ervan aan de zijkant met de guts en het haar zelf met
enkele golvende, ondiepe gleuven. Hoe anders doet hij dit alles bij dit stenen
beeld. Hier geen stilstaande pose, maar een meisje dat door het water schrijdt.
Hier geen sierlijk zijwaarts gebogen arm met de hand op het naar voren en opzij
genegen hoofd, maar een arm met een elleboog meer naar voren en de hand in de
nek. Kortom, voor pose en stilering komt natuurlijkheid in de plaats. |